(Desprez, Des Prés, Jodocus Pratensis, a Prato, d’Ascanio), Zuidned. componist, ca.1440 Vermandois, ♱27.8.1521 Condé (Nord). Ofschoon Josquin een van de grootste componisten van zijn tijd was, is van zijn leven betrekkelijk weinig bekend.
In de jaren 1459-72, 1474—75 en 1479 werkte hij te Milaan, eerst als zanger van de domkerk, later aan het hof van Galeazzo Maria Sforza. Van 1486—94 was hij lid van de pauselijke kapel te Rome. Ook werkte hij te Florence, Modena en als hofkapelmeester van dEste te Ferrara. Zijn laatste jaren was hij proost van het kapittel te Condé. In zijn muziek combineerde Josquin des Prez de Oudned. canons met Italiaanse klankrijkdom. In zijn vroege composities bracht hij de canontechniek tot ongekende hoogte; in zijn latere werken legde hij de nadruk op de expressie van de tekst en de vervolmaking van de vorm.
Zijn werken waren in de 16e eeuw zeer bekend in Europa. Hij had grote invloed op de componisten van de 16e eeuw. Velen van hen, o.a. Willaert, Richafort, Claudin, Gombert, Arcadelt, worden tot zijn leerlingen resp. volgelingen gerekend. Composities: motetten, missen, chansons. Uitgave: Werken van Josquin des Prez, door A.Smijers (1921 vlg.). LITT. H.Osthoff, Josquin des Prez (2 dln. 1965).