Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Jong, Johannes de

betekenis & definitie

Ned. rooms-katholiek geestelijke en kerkhistoricus, 10.9.1885 Nes (Ameland), ♱8.9.1955 Amersfoort. Na zijn priesterwijding (1908) studeerde De Jong van 1908-11 te Rome.

Hij doceerde van 1914-35 kerkgeschiedenis aan het groot seminarie Rijsenburg. In 1935 werd hij coadjutor van de aartsbisschop van Utrecht. Van 1936— 51 was hij aartsbisschop van Utrecht en in 1946 werd hij kardinaal. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verwierf De Jong een groot gezag, ook buiten roomskatholieke kring, door zijn openlijk stellingnemen tegen de Duitse bezetter. Werk: Handboek der kerkgeschiedenis (2 dln. 1929-31; 5e dr. 5 dln., herzien door R.Post, G.Abbink en J.van Laarhoven, 1962-75).LITT. H.Aukes, Kardinaal De Jong (1956).

< >