Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

jojo

betekenis & definitie

m. (-’s),

1. klimtol, speelgoed dat bestaat uit een schijf die langs een koord, dat eromheen gewonden is, afloopt, en door de traagheid zichzelf weer opwindt (e);
2. (bij havenarbeiders) ben. van een drijvende stukgoedkraan.

(e) De jojo is een oud speelgoed, dat in Frankrijk émigrette [➝émigrant] heette, toen het populair was bij de Franse gevluchte adel. Ca. 1932 was de jojo korte tijd in geheel West-Europa zeer populair. LITT. H.R.d’Allemagne, Sports et jeux d’adresse (z.j.).

< >