Jasper, Amerikaans schilder, 15.5.1930 Allendale (Zuid-Carolina). Johns werkt sinds 1952 in New York, o.a. met Rauschenberg.
Hij behoorde tot de pioniers van de Amerikaanse ➝pop art. Hij bracht elementen uit het dagelijks leven (zoals letters, cijfers en de Amerikaanse vlag) aan op het doek in een vrij ruwe techniek. Hiermee bereikte hij dat deze elementen hun gewone functie verloren en een andere rol gingen spelen. Johns experimenteerde met gepigmenteerde (enkaustische) was die in dikke lagen werd opgebracht, en maakte assemblages. Na 1960 begon hij vrijer te werken, o.a. door grote streken verf aan te brengen en door voorwerpen op het doek te plakken (b.v. meetlatten en thermometers). Hiermee onderstreepte hij dat het kunstwerk op zichzelf ook een voorwerp is.
Hij maakte ook afgietsels van gebruiksvoorwerpen (b.v. wasknijpers). In zijn werk is steeds de verhouding verbeelding-werkelijkheid het centrale thema. LITT. J.Cage (in: cat. tent. Johns, The Jewish museum, New York, 1964); M.Kozloff, J.Johns (1969); R.S.Field, J.Johns. Prints 1960-70 (1970; met bibl.); J.Johns, Graphik (1971).
