drie nieuwtestamentische boeken, die deel uitmaken van de zeven katholieke brieven en samen met het vierde evangelie en het boek Openbaring het corpus johanneum vormen. De eerste brief is naar de vorm meer een preek, waarschijnlijk bedoeld als pastoraal rondschrijven aan een aantal gemeenten.
De schrijver pleit voor een broederlijke liefde en waarschuwt tegen de dwaling van het →docetisme. De tweede brief is van de presbyter of ouderling, gericht aan de uitverkoren vrouw en haar kinderen, aanduiding voor een christelijke gemeente. De derde brief is van dezelfde presbyter, gericht aan een onbekende Gajus. Taal, stijl en opvatting van de brieven herinneren sterk aan het vierde evangelie. 2 Joh. en 3 Joh. hebben lang tot de omstreden geschriften behoord. Commentaren: W.Grossouw, De eerste brief van Johannes (1963); R.Bultmann, Die drei Johannesbriefe ; M.de Jonge, De brieven van Johannes 91968).LITT. Q.Nauck, Die Tradition und der Charakter des ersten Johannesbriefes (1957); O.Böcher, Der Johanneische Dualismus (1965).
