o. (-s, -en), onderscheidingsteken dat joden verplicht waren te dragen.
(e) Kalief Omar voerde reeds in 634 n.C. in zijn Arabische rijk een onderscheidingsteken voor joden en christenen in, voor de eersten een gele band, voor de laatsten een blauwe band op de kleding. Later werd dit ook in West-Europa in de middeleeuwen voor de joden ingevoerd, waarbij zij een speciale spitse hoed moesten dragen en een bepaald teken op de kleding. Het verplichte dragen van een jodenteken werd in sommige Europese landen pas in de 18e eeuw afgeschaft. In het nationaal-socialistische Duitsland na 1933 en in door Duitsland bezette gebieden werd het jodenteken weer ingevoerd in de vorm van een gele →davidster.