Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

jicht

betekenis & definitie

v./m., artritis urica, (vrijwel steeds) erfelijke stofwisselingsziekte, gekenmerkt door een verhoogd urinezuurgehalte van het bloed, afzetting van uraten in o.a. gewrichten, alsmede door een neiging tot ontstekingen, m.n. van gewrichten.

(e) Jicht komt vooral voor tussen het 30e-60e jaar, meer bij mannen dan vrouwen. Behalve door een stoornis in de purinestofwisseling kan jicht veroorzaakt worden door andere ziekten, m.n. door verhoogde bloedafbraak zoals bij hemolytische anemie en bij kwaadaardige bloedziekten. Ook chronische nierziekten, harten vaatziekten die het gevolg zijn van hoge bloeddruk en langdurig vasten kunnen de uitscheiding van urinezuur in de nier bemoeilijken, zodat jicht kan ontstaan. De verschijnselen vertonen zich onder een acute en een chronische vorm die veelal in elkaar overgaan. De acute jichtaanval begint doorgaans snachts met hevige pijn in een gewricht meestal van de grote teen (dan podagra, het pootje geheten); andere gewrichten (van vingers, heup, knie enz.) worden gewoonlijk pas aangedaan als de aanvallen zich herhalen. Het gewricht en zijn omgeving zwellen, de huid wordt rood, gespannen, glanzend, elke aanraking verergert in hevige mate de pijn, de temperatuur is meestal verhoogd.

Overdag verminderen de verschijnselen wat en verergeren snachts weer, totdat de aanval, die 5-14 dagen kan duren, is afgelopen. Vóór de aanval voelt de patiënt niet zelden enige tijd een algemeen geestelijk en lichamelijk onbehagen. De aanval volgt niet zelden op een dieetfout, maar kan ook door psychische oorzaken worden uitgelokt. Bij verstandige levenswijze kan het bij één aanval blijven, gewoonlijk herhaalt deze zich echter na maanden of jaren, des te vaker naarmate de patiënt zich minder in acht neemt, en gaat tenslotte dikwijls over in chronische jicht. Deze kan zich ook langzamerhand ontwikkelen, zonder dat acute aanvallen zijn voorafgegaan. Bij chronische jicht zijn meer gewrichten, meestal die van voet en hand, aangedaan.

De pijnen zijn veel geringer dan bij acute jicht, maar de zwelling verdwijnt niet meer geheel; de gewrichten worden steeds meer misvormd tengevolge van de afzetting van de uraten, die zich ook aan de buitenzijde van de gewrichten in harde knobbels kunnen ophopen. Ophoping van urinezuur in de nieren leidt tenslotte tot een ernstige stoornis in de nierfunctie.

De behandeling van jicht moet erop gericht zijn de overmatige vorming van urinezuur in het lichaam tegen te gaan en de uitscheiding van dit zuur te verhogen. Men bereikt dit door een sober dieet met weinig eiwit (dus: weinig vlees, vis enz.), onthouding van alcohol, veel lichaamsbeweging. Verder zijn er geneesmiddelen die de uitscheiding van urinezuur bevorderen en middelen die de vorming van uraten in het lichaam tegengaan. De acute aanval wordt behandeld met rust, vochtige inpakking van het gewricht, en pijnstillende middelen.

< >