v., het geheel van misdrijven gepleegd door personen onder ca. 25 jaar.
(e) De term jeugdcriminaliteit is vaag, de leeftijdsgrens is niet duidelijk en soms rekent men ook baldadigheid ertoe. Er komt meer criminaliteit onder de jeugd voor dan onder de volwassenen. Volgens de conventionele criminologie wordt dit veroorzaakt door: de sterkere emotionele instelling van jongeren, hun hogere graad van deelneming aan het straatgebeuren, jeugdwerkloosheid, opvoedingsgebreken, falend gezinsleven, ontbreken van sociale idealen, gebrekkige buurtcommunicatie, slechte woongelegenheid en verkeerde benadering in geval van onaangepast gedrag. Als middel tegen jeugdcriminaliteit worden aanbevolen: uitbreiding van het maatschappelijk werk tot jeugdigen, stichting van jeugdcentra en buurthuizen, ruimere opvangmogelijkheden en een meer aangepaste berechting. Volgens een meer kritische criminologie daarentegen is er ten dele sprake van bedrieglijke statistieken, doordat bij politie en justitie, zonder dat er onmiddellijk van klassejustitie gesproken moet worden, selectief wordt waargenomen.
Jeugdige personen lopen een veel groter risico als crimineel waargenomen en vervolgd te worden dan volwassenen. In sterke mate geldt dit wanneer men aan hun uiterlijk gedrag meent te zien dat zij behoren tot de minder geprivilegieerde categorieën uit de samenleving. Volwassenen daarentegen, vooral wanneer zij uit meer beschermde categorieën komen, kunnen hun onmaatschappelijk gedrag veel gemakkelijker op legitieme wijze uitleven.
LITT. R.W.Jongman, Ongelijke kansen in de rechtsgang (1972); M.R.Haskell en L.Yablonsky, Juvenile delinquency (1974); R.Giallombardo (red.), Juvenile delinquency (3e dr. 1976).