Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Jemen (

betekenis & definitie

Dzjoemhoeriya al-Jaman al-Sja’biya al Dimoekratiya), democratische volksrepubliek in het zuiden van het Arabisch Schiereiland, begrensd door de Arabische Zee, de Golf van Aden, Jemen, Saoedi-Arabië en Oman, 336871 km2 (inclusief de eilanden Socotra, Perim, Kameran en de vijf Koeria Moeria Eilanden die betwist worden door Oman), 1,6mln. inw. Hoofdstad: Aden, met al-Sjab als administratieve hoofdstad.

FYSISCHE GESTELDHEID . Reliëf en klimaat. De kustvlakte, bestaande uit zand en gesteente van vulkanische oorsprong, wordt in westelijke richting tot 60 km breed; parallel daaraan liggen landinwaarts een aantal bergketens die trapsgewijs oplopen en in een plateau (1000—2600 m) overgaan. De kustvlakte, die zeer aride is, wordt doorbroken door steile bergruggen en diep ingesneden wadis. Landinwaarts vormt de granietachtige Kaurketen met toppen boven 3000 m een opvallend element. In het oosten snijdt de Wadi Hadramaut door een kalksteenachtig tafelland en strekt zich uit over ruim 500 km. De wadis zijn door vruchtbare grond omgeven en leveren water voor landbouw. De omvangrijke landbouw van Miafa is afhankelijk van de Wadi Hajr, de enige rivier in Jemen die steeds water heeft.

Het klimaat is zeer warm en droog (juni: 30,6 °C, jan. 23,6 °C). De neerslag valt ‘s winters; wadis kunnen dan woeste stromen worden.

BEVOLKING. Het geboortencijfer is 50 %o, het sterftecijfer is 21 %o, zodat de aanwas 29 %o is. De meerderheid is Arabisch; daarnaast komen Somaliërs, Indiërs en Pakistani voor. De dichtheid is 4,2 inw./km2. Van de bevolking wonen op Socotra ca. 25000 inw., op Kamaran 2000 inw., op Perim 250 inw. Urbaan is 28,7 % van de bevolking, van wie ca. 300000 in de conurbatie Aden wonen.

Godsdienst. Als de godsdienst wordt de soennitische richting van de islam aangehouden. Verder zijn er kleine christenen hindoegemeenschappen. Communicatie. In Jemen verschijnt één dagblad met een oplage van 6000 exemplaren. De omroep wordt door de staat verzorgd. Er zijn ca. 150000 radiotoestellen en ca. 25000 televisietoestellen. ECONOMIE.

Van de beroepsbevolking is 62 % werkzaam in de agrarische sector, slechts 3 % in de industrie. De jarenlange sluiting van het Suez Kanaal (heropend op 5.6.1975) en het terugtrekken van de Britse troepen dwongen het land over te schakelen van een diensteneconomie op een economie gebaseerd op landbouw en industrie. Steun ondervindt men daarbij van socialistische landen. Voor landbouw worden ca. 120000 ha benut. Dit is 0,5 % van de totale oppervlakte; potentieel acht men ca. 600000 ha voor landbouw geschikt. Landbouw is beperkt tot de grotere wadis. De voornaamste gewassen zijn: katoen (ca. 20 % van het landbouwareaal), tabak in het kustgebied, groenten en fruit (bijna zelfvoorzienend), voedselgewassen (bijna 25 % van het totale areaal), m.n. sorghum, gierst, tarwe, gerst en sesam.

De visserij wordt gestimuleerd; ca. 15000 mensen zijn in deze sector werkzaam. Veeteelt is (semi)nomadisch.

De industrie is nauwelijks ontwikkeld (wat tabaken visverwerking en een raffinaderij). De voornaamste exportlanden zijn de VS en Japan; import komt vooral uit Iran, Koeweit en Japan. Kustscheepvaart heeft enige betekenis; het wegvervoer is erg beperkt (88 km verharde weg en 17000 autos). Aden heeft een luchthaven. STAATSINRICHTING. Er is een presidentiële raad van drie man.

De wetgevende macht berust bij de Hoge Raad, die 101 leden omvat en voor drie jaar wordt gekozen. De enige politieke partij is het Nationale Bevrijdingsfront. Op 30.11.1970 werd een nieuwe grondwet van kracht. Het land is verdeeld in zeven administratieve districten. Het Hooggerechtshof en magistratengerechtshoven vormen in de volksrepubliek de rechtspraak.

Munt. De munteenheid is de dinar, verdeeld in 1000 fils. De koers op 15.12.1977 was: 1 dinar = f7,19 = BF 102.

Onderwijs. Er is vier jaar basisonderwijs, drie jaar overgangsonderwijs en vier of zes jaar vervolgonderwijs. In Aden staat een technische school. Hoger onderwijs moet in het buitenland worden gevolgd. Defensie. Het leger, opgebouwd met hulp van de USSR, omvat 15200 man. De luchtmacht heeft 2500 man in dienst, de marine heeft 300 man.

LITT. F.M.Luqman, Democratie Yemen today (1970); P.G.N.Peppelenbosch en E.Teune, De wereld der Arabieren (1976). GESCHIEDENIS. De Democratische Volksrepubliek Jemen vormt de voortzetting van de Zuidarabische Federatie, een staatkundige eenheid die de overgang vormde van de Britse kroonkolonie Aden en haar achterland naar een onafhankelijk ZuidArabië, zoals het Britse koloniale gezag dit had voorgesteld. In 1959 vormden zes sultanaten een federatie die zich geleidelijk uitbreidde over het achterland van Aden, met uitzondering van het Oostelijk Protectoraat. In jan. 1963 werd Aden lid. Interne problemen leidden in 1965-66 tot gewelddadigheden.

In 1967 nam het gezag van de sultans snel af. Het National Liberation Front (NLF) breidde zijn gezag graag uit en riep, na een concurrerende nationalistische organisatie uitgeschakeld te hebben, op 27.11.1967 de Volksrepubliek Jemen uit; Katan Sjaabi werd de eerste president. De vooruitzichten van de nieuwe staat waren onzeker. Het terugtrekken van de Britse troepen betekende een aanzienlijk verlies aan inkomsten; het Suez Kanaal werd in 1967 gesloten. Binnenslands ontstonden spanningen tussen extreem linkse en meer gematigde troepen in de NLF. In 1968 vonden een aantal opstanden plaats.

Aangezien buitenlandse bedrijven nauwelijks in Jemen durfden te investeren ging de economie achteruit. Het land kreeg bovendien te maken met conflicten met het buurland Jemen, dat zelf door burgeroorlogen werd verscheurd. In 1969 trad Sjaäbi af; hij werd opgevolgd door de meer links georiënteerde Roebia Ali. In nov. 1969 verzamelden zich Saoedi-Arabische troepen aan de grens van Jemen die nog niet duidelijk bepaald was. In de gevechten die uitbraken behaalde SaoediArabië de overwinning. In nov. 1970 werd een nieuwe grondwet ingesteld, waarin de naam van de republiek werd gewijzigd in de Democratische Volksrepubliek Jemen, dit met het oog op een eventuele eenwording met het andere Jemen.

In 1972 werd de staat bedreigd van verschillende kanten: de verhouding met het noordelijke Jemen verslechterde; Omaanse troepen overschreden de grens in achtervolging van opstandelingen uit Dofar die door de regering in Aden gesteund werden; troepen van o.a. de Zuidarabische Liga verzamelden zich langs de grenzen. In 1974 werd een verzoeningscommissie ingesteld om het conflict tussen Jemen en Oman te beëindigen. Dit mislukte en in okt. 1975 had Jemen te lijden van een aantal zware aanvallen uit Oman. Door bemiddeling van SaoediArabië, dat kort te voren de betrekkingen met Jemen genormaliseerd had, werd in mrt. 1976 een staakt-het-vuren bereikt. Daarna werden de diplomatieke betrekkingen met Oman hersteld. In 1977 versnelde de toenadering tussen Noorden ZuidJemen. Er werd een gemeenschappelijke raad gevormd die zich bezig ging houden met voor beide landen belangrijke problemen.

LITT. G.King, Imperial outpost-Aden (1965); R. Gavin, Aden 1893-1967 (1973).

< >