Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

jas (kledingstuk)

betekenis & definitie

v./m. (-sen),

1. tot aan of over de knieën reikend, over de bovenkleding gedragen kledingstuk ter bescherming tegen koude en regen: hang je — maar op de kapstok; een duffelse, een lichte —; het scheelt een —, gezegd wanneer het veel minder koud is, dan b.v. de vorige dag;
2. bovenste kledingstuk voor mannen, colbert, meestal in verkleinvorm: jasje.

< >