Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

jan-van-genten

betekenis & definitie

m. (mv.), (ook: rotspelikanen), Sulidae, vogelfamilie uit de orde pelikaanachtigen. (e) De jan-van-genten zijn met zes soorten vertegenwoordigd in de tropen en subtropen en met drie in de gematigde streken. Het zijn grote zeevogels met lange, smalle vleugels en een lange, dolkvormige snavel.

De in het Noordatlantische Oceaangebied voorkomende jan-van-gent (Sula bassana) is wit met grote, zwarte vleugelpunten; de jonge en onvolwassen vogels zijn donker, wit gespikkeld of bruinzwart en wit gevlekt (afhankelijk van de leeftijd). Dit dier broedt in Canada, Ijsland, Noorwegen, Faeroer, Groot-Brittannië, Ierland en Frankrijk in grote rotskolonies (vogelbergen); een bekende broedplaats is het eilandje Bass (Schotland). Deze soort trekt na de broedtijd zuidwaarts en is aan de Ned.-Belg. kust een gewone gast. De jan-van-gent heeft vrij diep water nodig om zijn prooi (vissen) te vangen; hij duikt namelijk van grote hoogte vrijwel verticaal in zee. Hij is een zeer goede vlieger. In Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland komen nauw verwante soorten voor.LITT. B.Stonehouse, Wideawake island (1960).

< >