de Indische god (heer) van het dodenrijk. In de Veda wordt hij aangeduid als degene, die van de sterfelijken het eerst gestorven is.
Tot zijn beschikking staan twee hellehonden, die vierogig zijn. Merkwaardig is, dat, volgens de Avesta, bij de legerstede van een stervende een vierogige hond moet worden gebracht, om de stervende aan te kijken; vierogig is: met een witte vlek boven ieder oog. In de latere Indische mythologie is Jama de straffende god van de onderwereld. Jama is tevens Dharma of Dharmaraja, de god van de norm volgens welke alles en ieder zich te gedragen heeft, willen universum, maatschappij en individuele existentie zich op gewenste wijze handhaven.