heerser van het Indische moslimrijk van de ⟶grootmogol (1628—58), †1666; zoon en opvolger van Jahangir. Jahans regering was luisterrijk, maar militair en staatkundig raakte het rijk (mede door verkwisting) over zijn hoogtepunt heen.
Hij verfraaide Delhi. Beroemd is vooral de Taj Mahal, die hij als mausoleum voor zijn lievelingsvrouw Moemtaz Mahal liet bouwen. Jahan werd in 1658 afgezet door zijn zoon Aurangzeb.