Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Iulianus Flavius Claudius

betekenis & definitie

bijg.: Apostata (de Afvallige), keizer van het ROMEINSE RIJK (361363), *331, ✝️ (gesn.) 363; zoon van Constantius, een halfbroer van Constantijn de Grote. Iulianus werd in 355 tot Caesar verheven.

Zijn residentie was Parijs, van waaruit hij in 356 de Rijngrens versterkte tegen de Alamannen en de Franken. Hij werd in 360 tot keizer uitgeroepen en trok in 361 tegen zijn neef Constantius II op. Deze wees hem op zijn sterfbed aan als zijn opvolger, waarna Iulianus als keizer Konstantinopel binnentrok.Iulianus was neoplatonisch filosoof en verwierp als zodanig het christendom. Hij trachtte de oude Romeinse godsdienst te herstellen door het tempelbezit opnieuw in te voeren, door het retorenedict, dat alleen niet-christenen toestemming verleende als leraar op te treden, en door het christendom in geschriften fel te bestrijden. Hij sneuvelde in de oorlog tegen de Perzen.

LITT. J.Bidez, La vie de L’empereur Julien (2e dr. 1965); R.Browning, The emperor Julian (1976).

< >