o. (-menen), het verschijnsel dat men ongestructureerde, beweeglijke beelden voor ogen krijgt die wisselend van scherpte zijn, en dat optreedt tijdens een verlaagde bewustzijnsgraad, b.v. kort voor het slapen gaan.
(e) Het isakower-fenomeen werd in 1938 voor het eerst beschreven. De beelden worden in de psychoanalytische theorie verklaard als herinneringen uit het eerste levensjaar, b.v. in het contact met de zogende moeder. Het fenomeen wint aan betekenis bij het moderne slaaponderzoek.