taalgroep die met het Indo-arisch de Arische of Indo-iraanse groep van de Indo-europese talen vormt. Er zijn drie fasen van ontwikkeling: Oud-, Middelen Nieuwiraans (of Nieuwperzisch) terwijl in alle drie een oostelijke en westelijke groep te onderscheiden is.
Het OUDIRAANS wordt vertegenwoordigd door
1. de taal van de Avesta,de heilige schrift van de zoroastriërs, nu algemeen als Oostiraans erkend;
men onderscheidt twee dialecten: het oudere in de hymnen (gathas), vaak aan Zarathoestra toegeschreven, het jongere in de nieuwere gedeelten;
2. het Oudperzisch, meer westelijk, in de spijkerinscripties van de Achaimeniden, waarvan de oudste waarschijnlijk die van Dareios (ca.520 v.C.) zijn.
De westelijke groep van het MIDDELIRAANS valt uiteen in een noorden zuiddialect. Het laatste gaat terug op het Oudperzisch uit de inscripties en is litterair vooral vertegenwoordigd door het Pehlevi waarin de latere religieuze geschriften van de zoroastriërs zijn gesteld, en dat ook uit enkele inscripties bekend is. Het Pehlevi werd later met Avestische of Arabische letters geschreven en heet dan resp. Påzend of Pårsi. Voorts zijn de zuidelijke en de noordelijke groep van het westelijk Middeliraans vertegenwoordigd in de door vondsten in CentraalAzië bekend geworden litteratuur van de Manicheeërs. Oostelijke dialecten zijn het Sogdisch (West-Turkestan en Centraal-Azië, eerste eeuwen na C.) en het Sakisch of Khotans (het zuiden van Oost-Turkestan), beide met vooral boeddhistische litteratuur.
In het NiEUWiRAANS vindt men in het westen het litteraire Nieuwperzisch, en verscheidene eveneens in een noordelijke en zuidelijke groep uiteenvallende Perzische dialecten, o.a. het Koerdisch en Baloetsji, het Oostafghaans of Pasjto-Afghaans, de talen van de Pamir en het in de Kaukasus gesproken Ossetisch. Het Sogdisch en Nieuwperzisch hebben zich als handelsen cultuurtalen ver buiten hun eigenlijk gebied verbreid.
LITT. G.Morgenstierne, Indo-Iranian frontier languages (4 dln. 1925-73); H.S.Nyberg, Hilfsbuch des Pehlevi (2 dln. 1928-31); R.G.Kent, Old Persian (1953); G.Morgenstierne, Indo-Dardica(1973).