straling bestaande uit geladen deeltjes (elektronen, protonen, alfadeeltjes e.d.) of fotonen, die voldoende energie hebben om door botsingsprocessen ionisatie te veroorzaken.
In het Ned. veiligheidsbesluit Ioniserende Stralen (18.3.1963, Stb.98) zijn binnen het kader van de →Veiligheidswet voorschriften gegeven ter bescherming van personen tegen de gevaren van ioniserende straling. De bescherming tegen de gevaren, verbonden aan de vrijmaking van kernenergie en de aanwending van radioactieve stoffen en ioniserende straling uitzendende toestellen is geregeld in de →Kernenergiewet.
In België is dit geregeld door de wet van 29.3.1958 betreffende de bescherming van de bevolking tegen de uit ioniserende straling voortspruitende gevaren (Stb. 25.4.1958), gewijzigd door de wetten van 29.5.en 3.12.1969 en door de richtlijnen van de Raad der Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, gewijzigd op 5.3.1962 en van27.10.1966. De wet van 15.1.1965 heeft het Verdrag betreffende de beveiliging van arbeiders tegen ioniserende straling, aangenomen op 22.6.1960 te Genève door de Internationale Arbeidsconferentie, goedgekeurd.
