(waterde in, heeft ingewaterd),
I. (onoverg.) 1. (onpers.) boven op zolder watert het in, de regen sijpelt erdoor; 2. van lekkend of indringend water doortrokken worden: doordat de goot lekt, is de muur hier geheel ingewaterd; 3. naar binnen toe water doorlaten;
II. (overg.) 1. (houten vaatwerk) laten dichttrekken door het met water te vullen; 2. inspoelen; het zand moet goed ingewaterd worden, met water in de voegen van de bestrating gebracht.