[→Lat.], v. (-s), (ook: vergiftiging), 1. schadelijke werking door chemische, plantaardige of dierlijke gifstoffen op het organisme (e); 2. bedwelming, zinsbeto vering.
(e) Onder acute intoxicatie verstaat men het ziektebeeld dat ontstaat, nadat men een grote dosis of enkele grote doses gifstoffen kort na elkaar heeft ingenomen. Vrijwel alle stoffen zijn in staat vergiftigingsverschijnselen te veroorzaken. Het is de dosis die uitmaakt of dit gebeurt. Als deze voldoende klein is, noemt men een stof al gauw een gif. Geneesmiddelintoxicatie treedt op na te langdurig gebruik van een middel, of een grote overdosering. In enkele gevallen zijn er specifieke maatregelen en stoffen (antidota) bekend. In de meeste gevallen moet men echter afwachten tot de stof door het organisme zelf wordt afgebroken en/of uitgescheiden. →toxicologie.