Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

intima

betekenis & definitie

v./m. (-s), (histologie) tunica intima, de binnenste laag van de vaatwand.

(e) De dikte van de intima is afhankelijk van het type vat. In een elastische slagader, zoals de aorta, is de intima vrij dik en gaat geleidelijk over in de →media; in een musculeuze slagader is de intima zeer dun en scherp gescheiden van de media door een dikke lamel van elastisch bindweefsel. In de allerkleinste vaten (arteriola, venula en haarvaten) is de intima alleen nog maar een één cellaag dikke binnenbekleding, het endotheel, dat de begrenzing met het vaatlumen vormt. Bij de →arteriosclerose is de intima betrokken. →adventitia.

< >