Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

interne geneeskunde

betekenis & definitie

het gedeelte van de geneeskunde dat de ziekten van de inwendige organen omvat, dit in tegenstelling tot dat deel van de geneeskunde waarbij het lichaam niet behoeft te worden geopend. De arts die zich na een speciale opleiding na het artsexamen exclusief met dit onderdeel bezig houdt is de internist.

Hij maakt bij het onderzoek in de eerste plaats gebruik van de algemeen in de geneeskunde toegepaste methoden van anamnese, percussie, auscultatie en palpatie. Daarnaast ook van meer speciale onderzoekingsmethoden, waarbij vaak het laboratoriumonderzoek (b.v. van bloed, lichaamsvloeistoffen) belangrijke betekenis heeft. Verder kunnen ook functieproeven van verschillende organen (b.v. lever, nieren) een beter inzicht geven van de wijze waarop, en de mate waarin het betreffende orgaan door het ziekteproces is aangetast. In principe bestaan dergelijke functieproeven veelal daaruit dat het orgaan aan een extra, in het bijzonder daarop gerichte, belasting wordt onderworpen en wordt nagegaan in hoeverre het aan de zo gestelde hogere eisen nog kan voldoen, →geneeskunde.

< >