(ivv), vakbondsinternationale, die voortkwam uit de internationale vakverenigingssecretariaten die sinds 1889 in diverse beroepen en bedrijfstakken tot stand waren gekomen. In 1901 werd een Internationaal Secretariaat van Vakverenigingsfederaties opgezet, dat te Berlijn zetelde en onder leiding van Karl Legien werd gesteld.
De aangesloten organisaties volgden in het algemeen de beleidslijnen van de Tweede →Internationale. Dit gold niet voor de →American Federation of Labor (AFL), die in 1911 als eerste niet-Europese vakcentrale toetrad. Het Internationale Secretariaat werd in 1913 omgezet in het ivv. Dit omvatte in 1917 19 vakcentrales met in totaal 7,7 mln. leden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog is het ivv op vrijwel dezelfde wijze als de Tweede Internationale uit elkaar gevallen. Na de Eerste Wereldoorlog werd de eenheid hersteld; de AFL trad echter in 1919 uit de organisatie.
In 1928 ging het ivv in Amsterdam resideren. Zijn totale ledental bedroeg in 1919 (na het uittreden van de AFL) 23 mln. In 1937 trad de A F L opnieuw toe. Na de Duitse aanval op de USSR gaf het ivv toe aan de aandrang tot eenheid met de communistische vakbeweging. Daaruit resulteerde het -→Wereldvakverbond. In 1949 volgde weer een scheuring. Het toen ontstane →Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen zet in sterke mate de tradities van het ivv voort.LITT. L.L.Lorwin, The international Labor movement (1953); W.Schevenels, Forty-five years of the IFTU (1956).