[→Lat. internus, binnenshuis], o. (-naten), kostschool (e); in het algemeen een inrichting waar de daar werkende personen ook wonen, of een verblijf waar personen tijdelijk worden gehuisvest. (e) Er zijn twee soorten internaten, de onderwijs-en de opvoedingsinternaten. De onderwijsinternaten zijn reeds vanaf de middeleeuwen in zwang (kloosterscholen).
Vooral in Engeland en Frankrijk was het de gewoonte om de kinderen naar internaten (kostschool, pensionaat, seminarie e.d.) te zenden als het onderwijs in de eigen streek onvoldoende werd geacht van kwaliteit, om statusredenen, ofwel omdat de situatie in het gezin de opvoeding bemoeilijkte. In de opvoedingsinternaten worden kinderen uitsluitend geplaatst op grond van vonnissen van de kinderrechter. In verband met de hoge kosten neemt het aantal internaten in Nederland en België af.