Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

intercellulaire holte

betekenis & definitie

ruimte die in verschillende weefsels tussen plantecellen aangetroffen wordt. Naar hun ontstaan onderscheidt men schizogene, lysigene en rexigene holten.

Schizogene holten komen het meest voor; bij het volgroeien van oorspronkelijk aaneengesloten cellen van een weefsel, kan daar waar de drie wanden elkaar raken de middenlamel splijten, waardoor de celwanden enigszins uit elkaar wijken, zoals het geval is bij de normaal in parenchymweefsel voorkomende intercellulaire holten. Veel grotere holten kunnen op dezelfde wijze ontstaan. Deze vindt men in het sponsparenchym van bladeren, terwijl bij het aërynchym van verschillende waterplanten de intercellulaire holten tot een sterk vertakt buizensysteem zijn geworden. Alle genoemde cellulaire holten zijn met lucht gevuld. Op deze wijze worden ook de niet aan de buitenlucht grenzende organen (wortels) van zuurstof voorzien. Er zijn echter ook met secretieprodukten als hars of gom gevulde schizogene intercellulaire holten, b.v. de harsgangen van coniferen.

Lysigene holten ontstaan eveneens als een kleine schizogene holte, maar deze wordt groter doordat de omringende cellen, die een klierprodukt afscheiden, zelf in oplossing gaan, zodat een met secretieprodukten gevulde ruimte ontstaat. Dit is o.a. het geval bij de aromatische olieklieren uit de bladeren en vruchtwand van verschillende Rutaceae (o.a. citroenen). De derde vorm, de rexigene holte, ontstaan door uiteenscheuren van cellen, komt voor bij stengels van zeggen en bij vele holle stengels.

< >