Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

inrijden

betekenis & definitie

(reed in, heeft en is ingereden),

I. (onoverg.)
1. rijdend ingaan of inslaan, naar binnen rijden: hij reed de garage in; het bos —; hij is het water ingereden;
2. geen samenst. is: op elkaar in rijden, naar elkaar toe of tegen elkaar;

II. (overg.)

1. rijdend binnenbrengen: hij reed zijn auto de garage in; (steenbakkerij) de gevormde en gedroogde stenen in de oven kruien;
2. rijdend stuk maken, doen buigen: een paard de rug —, het door te zware belasting van de rug bederven;
3. te paard, in een rijtuig of op schaatsen inhalen: na een half uur hadden wij hen reeds ingereden; (verloren tijd) door sneller rijden inhalen;
4. een auto, schaatsen —, ze beginnen te gebruiken.

< >