m. (-en), (ook: implantatie, nidatie), het indringen van de bevruchte, zich delende eicel (blastocyste) in de baarmoederwand bij mens en zoogdier.
(e) De innesteling is een gecompliceerd, niet goed verklaard proces, waarbij mechanische factoren, hormonale invloeden van de moeder en enzymwerkingen van het ei een rol spelen. In het slijmvlies heeft de verdere ontwikkeling van het embryo plaats (→foetus).
Bij sommige dieren ligt tussen het ogenblik van de bevruchting en de innesteling een lange periode (bij de Europese das tot 10 maanden), waarin de eicel op het stadium van de blastocyste blijft staan. Bij vele knaagdieren heeft een vertraagde innesteling plaats indien de bevruchting plaats heeft gedurende de zoogperiode van de voorgaande worp.