Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Indus (rivier)

betekenis & definitie

[→Sanskriet Sindhu], rivier in Voor-Indië, ontspringt in de westelijke Trans-Himalaja op de Kailas op ca. 5200 m hoogte, loopt met een boog door West-Tibet en neemt de Gartang op; lengte 3200 km, stroomgebied 960000 km2. De Indus neemt dan de hoofdrichting van de Gartang over en stroomt door het grote lengtedal van Ladakh, dat Himalaja en Trans-Himalaja, resp.

Karakoram, van elkaar scheidt, soms ingesneden in een met puin opgevulde brede dalvlakte, dan weer door nauwe dalengten met aan weerszijden geweldige sneeuwbergen. Talrijke rivierarmen voeren het water naar de Arabische Zee en hogen met veel erosiemateriaal hun beddingen op. De hoogwaterstanden en de grote hoeveelheden sediment veroorzaken verplaatsing van de rivierlopen. Het dorre Sindgebied is gebonden aan irrigatiewater van de Indus (Sukkurdam, een der grootste irrigatiestelsels ter wereld). Tot Tatta is het getij merkbaar. De delta-armen zijn ondiep en slecht bevaarbaar; de belangrijkste is de Vathomond.

De waterstand van de Indus is zeer onregelmatig (variërend van 0,15—4,2 m); daarom heeft men stuwen aangelegd. Ook voor de irrigatie van Pakistan en Kasjmir is het water van de Indus van groot belang. In 1970 werd tussen Pakistan en India een akkoord bereikt over het gebruik van het water van de Indus. Pakistan irrigeert 80000 km2 land met Induswater.

< >