o., op godsdienstig terrein de levenshouding van praktische of wetenschappelijke onverschilligheid.
(e) Bij indifferentisme onderscheidt men de ontkenning van de waarde van iedere godsdienst (atheïsme), de ontkenning dat men de waarde daarvan kan kennen (agnosticisme), en de ontkenning van de absolute waarde van één bepaalde godsdienst. Bij dat laatste erkent men wel de waarde van de religie in het algemeen. Op staatkundig terrein is indifferentisme de benaming voor de opvatting (meestal in staten met een gemengde bevolking) dat de staat neutraal behoort te zijn ten aanzien van de godsdienst.