[→Lat. carcer, kerker], v. (-s), 1. kerkering, opsluiting; 2. (geneeskunde) inklemming (bij een breuk).
(e) Incarceratie van b. v. een darmlis leidt tot →darmafsluiting, belemmerde bloedtoevoer en afsterven van de darm. Directe operatieve hulp is nodig, →breuk.