in de economie opgepotte gelden in ruimere zin bestaande uit voorzorgskassen, beleggingskassen, vermogenstransactiekassen en speculatiekassen, die op grond van de resp. motieven van →liquiditeitsvoorkeur worden aangehouden. Vergroting van deze inactieve kassen ten laste van de hoeveelheid →actief geld noemt men →oppotten, terwijl bij →ontpotting gelden worden overgeheveld van de inactieve naar de actieve sfeer.
De vraag naar de inactieve-kasvoorraden is een functie van de rentestand (afgezien van de verwachtingen van de rentestand), in die zin dat bij een daling van de rentestand de vraag naar speculatiekassen toeneemt.