Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Impatiens

betekenis & definitie

plantengeslacht uit de familie →Balsaminaceae, met ruim 400 soorten kruidachtige planten (soms wat houtig, gewoonlijk bijzonder sappig), vooral in tropisch Afrazië te vinden (zeer vele in gebergten van India en Sri Lanka). De stengels zijn duidelijk geleed (knopen en leden); de bloemen zijn meestal groot, helder gekleurd (ook de kelkbladeren), en gespoord.

De vrucht springt met een ruk open, waarbij de zaden weggeslingerd worden (bij vele soorten na een licht aanraken van de rijpe vrucht). Inheems is groot springzaad, Impatiens noli-tangere (bloem groot, geel, hangend), en klein springzaad, I. parviflora (bloem klein, geel, rechtop). Gekweekt in de woonkamer: vlijtig liesje, I. sultani (bladrandtandjes met gesteelde kliertjes, bloem meestal purper; Oost-Afrika) en I. holstii (steenrood), naast vele kruisingen. In tuinen balsamien, I. balsamina (behaarde vrucht, aromatisch; Oost-Azië), en reuzebalsamien, I. glandulifera (bladsteel beklierd, tot 2 m hoog, roze of wit bloeiend, soms als onkruid; Himalaja).

< >