(ijkte, heeft geijkt), (overg.)
1. meeten weegwerktuigen toetsen aan de gestelde eisen, ze indien mogelijk daaraan doen beantwoorden en als bewijs daarvan er een merkteken (ijk) op zetten;
2. als gangbaar erkennen, waarmerken;
3. het bepalen van het verband tussen de op de schaalverdeling van een meetinstrument afgelezen waarde en de werkelijke waarde (e).
(e) Voor het uitvoeren van ijkingen wordt gebruik gemaakt van standaarden en daarvan afgeleide substandaarden. Voor sommige fysische meetgrootheden zijn de standaarden bij internationale afspraak vastgelegd, b.v. voor de lengte (de meter), voor de tijd (de seconde), voor de massa (de kilogram), voor de elektrische stroom (de ampère) en voor de temperatuur (de kelvin).