Duits toneelspeler en schrijver, *19.4.1759 Hannover, ♱22.9.1814 Berlijn. Iffland debuteerde in 1777 onder Ekhof te Gotha, was van 1778—96 aan de hofschouwburg te Mannheim verbonden en daarna tot aan zijn dood aan die van Berlijn.
Zijn betekenis als acteur berust op de detaillistische uitwerking van zijn rollen. Als schrijver is hij naast Kotzebue de belangrijkste vertegenwoordiger van het Duitse burgerlijk-sentimentele drama (Die Jäger, 1786; Die Hagestolzen, 1793). Tijdens de periode in Berlijn bracht hij de uitvoering van 360 nieuwe toneelstukken tot stand (o.a. werk van Goethe, Schiller en Shakespeare). Hij schreef de essays Theorie der Schauspielkunst en Über meine theatralische Laufbahn. Uitgave: Dramatische Werke (17 dln. 1798—1807). LITT. H.Knudsen, Zu Ifflands Nachruhm (1940);K.H.Klingenberg, Iffland und Kotzebue als Dramatiker (1962).