Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Ibo, stammengroep

betekenis & definitie

(ook: Igbo), groep stammen in het zuidoosten van Nigeria, vooral in de Centraaloostelijke staat, die naar cultuur en taal verwant zijn, maar geen politieke eenheid vormden (ca. 7 mln.). De grootste eenheid was een federatie van autonome patrilineaire dorpen.

In het verleden hebben zich echter ook koninkrijken ontwikkeld. De lbo zijn hoofdzakelijk landbouwers en hebben een complex systeem van markten. Vroeger dreef de economie op de slavenhandel, nu op de export van palmolie en -pitten. De sociale organisatie was vooral gebaseerd op verenigingen van titelhouders, waarvan men door betaling lid werd (dit lidmaatschap gaf veel prestige), verder op leeftijdsgroepen en, in mindere mate, op geheime genootschappen. Als gevolg van de activiteiten van missie en zending (de lbo zijn voor het grootste deel gekerstend) vormden zij in Nigeria een relatief ontwikkelde groep, waarvan vele leden buiten het eigenlijke stamgebied in andere delen van Nigeria gevestigd waren. De poging tot het stichten van een zelfstandige staat ➝Biafra was mede een gevolg van de tegenstellingen tussen de welvarende lbo en de traditionele, islamitische ➝Hausa in het noorden.

Hun kunst is bekend door de uit hout gesneden dodenen dieremaskers. LITT. I.Nzimiro, Studies in lbo polit. Systems (1972); E.Isichel, A hist. of the Igbo people (1976). De taal van de lbo, eveneens lbo (of Igbo) geheten, is een van de drie voornaamste talen van Nigeria (ca. 7 mln. sprekers). Zij omvat vele dialecten en wordt vooral in het gebied tussen de steden Nsukka, Afikpo, Aba en Onitsha gesproken. Het probleem om een voor het hele taalgebied aanvaardbare standaardvorm te vinden is nog niet opgelost.

Het Union-Igbo (een syntese uit verschillende dialecten) heeft het Central-Igbo en het Onitsha-Igbo niet kunnen verdringen. Het lbo wordt in het onderwijs, voor de radio en in de pers regelmatig gebruikt. Er bestaat ook een inheemse litteratuur. Taalkundig hoort het lbo tot de Kwa-talen.

< >