Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Ibn Saoed I

betekenis & definitie

(‘Abd al-’Aziz ibn Su’ūd), koning van Saoedi-Arabië (1932-53), 24.11.1880 Riaadh, ♱9.11.1953 Taif; telg van een Centraalarabische dynastie (in 1891 uit haar laatste stamgebied, Riaadh, verdreven). Ibn Saoed I maakte zich in 1902 meester van Riaadh en breidde daarna met hulp van de ➝wahhabieten zijn macht ook over Nedjd uit.

Hij was een bekwame aanvoerder en een geslepen politicus. Hij werd in 1914 door de Turken tot wali (stadhouder) verheven en bleef in de Eerste Wereldoorlog bij de strijd tussen de Turken en de Geallieerden neutraal. In 1921 werd hij door de Britten als sultan erkend. Ibn Saoed verdreef zijn belangrijkste tegenstander, Hoessein, uit Hidsjaz, dat hij annexeerde (1925). In 1926 liet hij zich tot koning verheffen. Daarna werd het emiraat Asir geleidelijk veroverd.

In 1932 gaf Ibn Saoed zijn rijk de naam Saoedi-Arabië. Tijdens de Tweede Wereldoorlog en de Arabisch-Israelische Oorlog (1948) bleef hij neutraal. Ibn Saoed regeerde autocratisch, maar verzette zich niet tegen een geringe mate van westerse invloed op het islamitische levenspatroon. Hij bleef gereserveerd ten opzichte van het Panarabische streven.LITT. K.Williams, Ibn Sa’ud: the puritan king of Arabia (1933); S.Benoist-Méchin, Ibn Séoud ou la naissance d’un royaume (1955); D.van der Meulen, The wells of Ibn Saud (1957); D.Howarth, The desert king (1964).

< >