[➝Gr. hypostasis, het wezen, de grond van de dingen; onderstelling], v. (-stasen),
1. (filosofie) a. een op zichzelf staande substantie, drager van de accidenten; b. de ongefundeerde personifiëring van een begrip;
2. (theologie) term uit de christelijke leer rond de triniteit, persoon, m.n. toegepast op de unio hypostatica, de eenheid van God en mens in de persoon Jezus Christus (➝enhypostasie).