m. (-s), (ook: hydraulische cilinder), cilinder waarin toegevoerde hydrostatische energie omgezet wordt in mechanische energie.
(e) De hydrocilinder kan beschouwd worden als een hydraulische motor voor het opwekken van een rechtlijnige beweging. De hydrocilinder bestaat voornamelijk uit een cilindrische buis waarin ofwel een plunjer ofwel een zuiger een heen en weer gaande slag kan maken; de stang kan door een of beide zijden door de deksels naar buiten komen. Voor een goed functioneren vooral bij een langzame gelijkmatige beweging zijn de wrijvingskracht en de afdichting tussen zuiger en cilinderwand alsmede een goede toeen afvoeropening voor de hydraulische vloeistof van betekenis. Een goede ontluchting door middel van een ontluchtingsventiel moet gewaarborgd zijn. De cilinders worden in talloze uitvoeringen vervaardigd en kunnen worden ingedeeld naar:
1. de zuigervorm: plunjer, zuiger;
2. werkwijze: enkelwerkend, dubbelwerkend, differentiaal;
3. toepassing: ijlgang-, gelijkloop-, telescoop-, meerstandencilinders;
4. inbouwwijze: met bewegende zuigerstang, met bewegende cilinder (de stang is dan vastgezet);
5. bufferwerking: al of niet aanwezig. ➝hydrostatische aandrijving.
LITT. F.D.Stuyvenberg en J.Vinke, Hydraulische aandrijving (1971).
