o. (hydraten), een verbinding die moleculair water bevat.
(e) Veel voorkomende hydraten zijn de zouthydraten, die ontstaan uit een zout plus water, b.v. MgCl2 + 6H20 > [Mg(H20)6]+2Cl2, waarbij het metaalion door watermoleculen wordt omgeven (➝coördinatieverbindingen). Naast dit gecoördineerde H20 kunnen ook nog watermoleculen in het rooster voorkomen die niet aan het metaalion zitten, b.v. het kopersulfaat (CuS04. 5H20) heeft vier gecoördineerde H20-moleculen naast één niet gecoördineerde. ➝hydraatisomerie.
Gashydraten zijn ijsstructuren waarbij gasmoleculen als koolwaterstoffen, Cl2, H2S of edelgassen in holtes van die structuren zitten opgesloten. Deze groep hoort tot de ➝kooiverbindingen. Voor koolwaterstoffen zijn formules gevonden als CH4.7H20, C2H6.8H2O. Deze hydraten kunnen grote moeilijkheden geven bij het transport van aardgas door leidingen. Zij vormen hydraatsneeuw die leidingen verstopt. Daarom wordt aardgas vóór transport eerst gedroogd.