[➝Gr. hydoor, gen. hydatos, water, hodos, weg], v. (-n, -s),openingen langs bladranden op plaatsen waar nerven eindigen.
(e) Door de hydathoden wordt bij hoge bodemen luchtvochtigheid, door de ➝worteldruk, water met geringe hoeveelheden organische en anorganische verbindingen naar buiten geperst (➝guttatie, b.v. bij Oostindische kers). Als de druppels aan de bladrand verdampen, kunnen zoutkorsten ontstaan zoals bij Saxifraga (calciumcarbonaat) en bij Tamarix (keukenzout). De openingstoestand van hydathoden is niet regelbaar zoals die van huidmondjes.