eigenlijk: Charles Marie Georges, Frans schrijver, *5.2.1848 Parijs, †12.5.1907 Parijs; uit een artistieke Vlaamse familie. Huysmans was ambtenaar bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken (1866-98).
In zijn leven kan men drie perioden onderscheiden. Aanvankelijk was hij een overtuigd aanhanger van de naturalistische school. Ca.1885 kreeg hij een afkeer van het naturalisme en gaf hij zich enige tijd over aan allerlei experimenten. In 1892 trok hij zich enkele jaren terug in een klooster en vond rust in een terugkeer tot het rooms-katholicisme. Naast romans schreef Huysmans ook kunstkritieken. Zijn gehele werk wordt gekenmerkt door een sterk gemaniëreerde stijl vol neologismen en syntactische vrijheden. Werken: Le drageoir aux épices (1874), Marthe, histoire d’une fille (1876), A vau-l’eau (1882), A rebours (1884), Là-bas (1891), En route (1895), La cathédrale (1898), L’oblat (1903), Les foules de Lourdes (1907). Uitgave: Oeuvres compl. (23 dln. 1928-34).LITT. R.Baldick, La vie de J.K.Huysmans (1958); M.Lobet, J.K.Huysmans ou le témoin écorché (1960); H.R.T.Brandresh, Huysmans (1963); P. Grénier, Incarnation chez J.K.Huysmans (diss. 1965).