(huldigde, heeft gehuldigd), (overg.)
1. als heer erkennen of aannemen, hulde doen: een vorst —;
2. eer aandoen, hulde bewijzen: de jubilerende dichter werd door zijn vrienden gehuldigd;
3. erkennen, aankleven: de waarheid —, waarheid spreken; een opvatting —, die toegedaan zijn.