(huiverde, heeft gehuiverd), (onoverg.)
een golfsgewijs door het lichaam gaande rilling gevoelen, rillen (van koude, koorts, schrik, vrees, afschuw): hij stond te —.
2. (voor iets) terugschrikken, terugdeinzen, het niet aandurven, er slechts aarzelend toe besluiten.