Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Hugo, Victor Marie

betekenis & definitie

Frans schrijver, *26.2.1802 Besançon, ♱25.5.1885 Parijs; zoon van een generaal. Hugo bracht zijn jeugd deels in Spanje en Italië door en kreeg al als 15-jarige voor een gedicht een eervolle vermelding van de Académie.

Op 17jarige leeftijd schreef hij zijn eerste roman, BugJargal en in 1822 schaarde hij zich met zijn eerste dichtbundel Odes onder de voornaamste dichters van zijn tijd. Als toneelschrijver had Hugo het moeilijker. Zijn Cromwell was onuitvoerbaar. Maar het Préface ervan werd als het ware het manifest van de romantische school. Met de tumultueuze première van Hernani behaalden Hugo’s aanhangers de overwinning op de klassieke bourgeois. Zoals alle melodramas leden ook die van Hugo aan zwakke psychologische tekening, onwaarschijnlijke intrige en effectbejag, zodat dit werk van Hugo vooral van waarde is door de fraaie lyriek.

Als romancier werd Hugo vooral bekend door Notre Dame de Paris (zeer vaak verfilmd), Les misérables (verscheidene malen verfilmd), L’homme qui rit, en Quatre-vingttreize dat sterk bijdroeg tot verzachting van de Franse strafwetgeving. Ook Hugo’s romans lijken voor een deel op gedichten in proza. Politiek ontwikkelde Hugo, die oorspronkelijk conservatief was, zich tot een steeds linkser figuur. Hoewel hij in 1845 door koning Louis Philippe tot pair verheven werd, verzette hij zich tegen diens regime en ging hij een vaag, humanitair socialisme aanhangen. Hij nam enthousiast deel aan de revolutie van 1848 en evolueerde daarna van medetot tegenstander van Napoleon in, zodat hij van 1851-70 leefde als balling (in België, later op Jersey en Guernsey). Hij schreef felle satires tegen Napoleon de Kleine.

Na zijn terugkeer bepleitte Hugo mildheid tegenover de deelnemers aan de Commune van Parijs. Toen Hugo in 1885 overleed, werd zijn stoffelijk overschot bijgezet in het Panthéon. Zijn poëzie is vaak pathetisch, maar altijd oprecht en bezield door krachtige lyriek en visionaire fantasie. Werken: romans: Notre Dame de Paris (1831), Les misérables (1862), L’homme qui rit (1869), Quatre-vingt-treize (1874); toneel: Cromwell (1827), Hernani (1830), Ruy Bias (1838), Les Burgraves (1843), poëzie: Odes (1822), Les orientales (1829), Les feuilles d’automne (1831), Les chants du crépuscule (1835), Les voix intérieures (1837), Les rayons et les ombres (1840), Les châtiments (1853), Les contemplations (1856), Les chansons des rues et des bois (1865); dagboek: Choses vues (2 dln. 1887). Uitgaven: Oeuvres complètes (45 dln. 1904—52), Correspondance (1947-50). LITT. J.Delalande, V.Hugo (1964); C.Dédéyan, V.Hugo et l’Allemagne (2 dln. 1964—65); J.B.Barrière, V.Hugo (2e dr. 1966); Cat. tent. V.Hugo, Victoria and Albert Museum, Londen (1974).

< >