m. (-stenen), en o. (als stofn.), versteend hout.
(e) Houtsteen ontstaat uit afgestorven wortelvezeltjes die onder invloed van het grondwater in de bodem worden omgezet in opaal. Op gelijke wijze zijn plantenresten uit vroegere geologische perioden bewaard gebleven. De materie, waaruit zij bestaan, kan zowel waterhoudend siliciumoxide (Si02), opaal, als watervrij Si02, chalcedoon, zijn; vooral bij de conservering in opaal blijft dikwijls de oorspronkelijke structuur uitstekend bewaard.