ridder van Nagybánya, Hongaars officier en politicus, *18.6.1868 Kenderes, ♱9.2. 1957 Estoril (bij Lissabon); uit een calvinistisch geslacht. Horthy was van 1909—14 vleugeladjudant van keizer Frans Jozef.
Hij onderscheidde zich in de Eerste Wereldoorlog als commandant van een kruiser en werd in 1918 opperbevelhebber van de Oostenrijks-Hongaarse vloot. In 1919 werd hij opperbevelhebber van de witte strijdkrachten, die met behulp van Roemeense troepen het communistische regime van Bela Kun ten val brachten. Van 192044 was hij rijksregent van het koninkrijk Hongarije; de Geallieerden en hijzelf gedoogden geen Habsburgse restauratie. Horthy trachtte zelf een dynastie te stichten: in 1937 liet hij zich verheffen tot rijksbestuurder voor het leven en in 1942 werd zijn zoon Stefan als zijn plaatsvervanger aangewezen. Het bewind van Horthy was autoritair-conservatief. In de buitenlandse politiek oriënteerde hij zich op Italië en Duitsland om revisie van het Verdrag van →Trianon te verkrijgen.
In 1944 knoopte hij geheime onderhandelingen aan met de Geallieerden. De Duitsers zetten Horthy toen af en interneerden hem. Werk: Ein Leben für Ungarn (1953; memoires). Afb.p.593.LITT. M.Szinai enL.Szücs, The confidentialpapers of admiral Horthy (1965); E.Vasari, Ein Königsdrama im Schatten Hitlers (1968); P.Gosztony, M. Horthy (1973).