m. (-en),
1. stuk hogere grond, meestal zandgrond, al of niet met laag hout begroeid of erdoor omgeven (veelvuldig in plaatsen eigennamen);
2. (geologie) een door breuken begrensde strook van de aardkorst, die door verschuivingen langs die breuken op een relatief hoger niveau is gekomen dan de er naast gelegen gedeelten (e);
3. (hoog en ruig) nest van grote roofvogels.
(e) Bekende horsten worden gevormd door o.a. de Vogezen en het Zwarte Woud een weerszijden van het Rijndal, een →slenk. Bij de Peelhorst (afb.) is naar het westen een niveauverschil voor overeenkomstige lagen van ca. 2700 m.