Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hornleger

betekenis & definitie

o., Friese ben. voor dat gedeelte van een sate of state, waarop het huis stond en waaraan het stemrecht in dorps-, grietenijlandsen kerkezaken werd geacht verbonden te zijn.

(e) Dit stemrecht was oorspronkelijk alleen verknocht aan volle hoeven, maar later, in de 17e en de 18e eeuw, nam men aan dat de stem verbonden bleef aan het hornleger, ook wanneer het bijbehorende land daarvan was afgesplitst. Dit leidde tot het opkopen van hornlegers door aanzienlijke families, waardoor zij de macht in kerk en staat, dorp en grietenij in handen kregen. Zo ontstond een oligarchie, waaraan de Bataafse revolutie door afschaffing van het oude stemrecht in 1795 een eind heeft gemaakt.

LITT. C.J.Guibal, Democratie en oligarchie in Friesland tijdens de Republiek (1934).

< >