Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hoogtij

betekenis & definitie

o., eig. hetzelfde als hoogtijd, maar thans door gedachte aan (hoog) getij anders gebruikt, nl. in de zin van: periode van grote of grootste expansie, bloeitijd: het van de psychologische roman is voorbij; — vieren, zich onbelemmerd uiten, een bloei beleven (maar veelal in ongunstige zin): het materialisme viert -.

< >