m. (-s), een zeer verbreid volksboek in de late middeleeuwen, samengesteld uit verhalen, vnl. uit het OT, apocriefe vertellingen en profane geschiedenis, geschreven in volksproza en met stichtelijke bedoelingen.
(e) De historiebijbel diende als godsdienstonderricht in een historische inkleding. Vrijwel alle historiebijbels zijn afhankelijk van de Historia scolastica van Petrus Comestor (ca.1175). Zij verdwenen onder invloed van het humanisme en de Reformatie en wegens het verschijnen van gedrukte bijbels in volkstaal.
LITT. H.Rost, Die Bibel im Mittelalter (1939).