ca.970—936 v.C., zoon van Abibaal. Hij wist de suprematie over heel Fenicië te veroveren en daarom wordt hij wel aangeduid als koning der Sidoniërs.
Hij is bekend om zijn bouwactiviteiten (tempels) en droeg bij tot de economische expansie van het land, vooral in de richting van de Middellandse Zee (o.a. nederzetting te Kition op Cyprus). Uit het OT is bekend dat hij een verbond sloot met koning David en Juda en Israël en diens zoon Salomo ter behartiging van gezamenlijke handelsbelangen. Hij leverde cederhout en ambachtslieden, m.n. metaalbewerkers, voor de bouw van de tempel te Jeruzalem. Ook de technicus die de leiding had over dit werk, heette Hiram (1 Kon.7,13). Het graf van Hiram, 5 km buiten Tyros, is van een later vorst.
